Vis in de voeding en de kwaliteit

Een feit dat tot nadenken aanzet?

Volkeren die veel vis eten beschikken over onbetwistbare epidemiologische bijzonderheden.

Voor de mens en vooral voor kustbewoners is vis altijd een belangrijke voedselbron geweest. Hoewel vis vroeger in overvloed voorkwam, zijn de populaties van allerlei soorten in de loop van de twintigste eeuw alarmerend geslonken. Deze drastische veranderingen zijn vooral te wijten aan overbevissing, milieuvervuiling en de ontwikkeling van industriële vangst technieken. Gelukkig compenseert de viskwekerij als een snel expanderende tak van industrie de afnemende visvoorraden inmiddels enigszins. De mens kweekt al meer dan 4000 jaar vis Aanvankelijk kwam dit neer op het houden van vis in gevangenschap tot het in 1773 in Duitsland voor het eerst lukte om forellen te kweken. Tot de talrijke soorten die tegenwoordig in gevangenschap worden gekweekt behoren paling, zalm, karper, roodbaars en sleur.

Er bestaan meer dan 20.000 vissoorten waarvan de meeste in zee leven, terwijl andere in zoet water zoals rivieren, meren en beken thuishoren. De zogenaamde anadrome soorten, zoals zalm, trekken weg uit zee om in zoet water kuit te schieten terwijl katadrome soorten zoals de paling, juist uit het zoete water wegtrekken om in zee kuit te schieten.

De platvissen vormen een eigenaardig verschijnsel in het vissenrijk. In hun jeugdstadium zien ze er precies zo uit als andere vissen, maar op een bepaald punt in hun ontwikkeling worden ze geleidelijk aan steeds platter en ronder. Uiteindelijk verschuift ook het oog van de onderkant naar de zichtbare kant op en zwemt de vis vanaf dat moment alleen nog maar op 1 kant. De onderkant of blinde zijde verliest zijn pigment en wordt wit, terwijl de zichtbare zijde afhankelijk van de omgeving van kleur kan veranderen, zodat de vis onzichtbaar wordt voor zijn vijanden, als hij zich in het zand van de zeebodem ingraaft. Platvissen hebben bovendien talrijke vinnen, waarbij de rugvin afhankelijk van de soort uit 60 tot 150 vin stralen kunnen bestaan en de aarsvin uit 35 tot 63.

Sommige vissen hebben stekelige rugvinnen die daardoor een beschermende functie hebben, terwijl de aarsvin als roer en de laterale vinnen als ondersteuning dienen. De staartvin gebruiken vissen om zich voorwaarts te bewegen. Niet alleen de vinnen verschillen sterk per soort, ook de vorm, grootte en kleur alsnog de consistentie en de smaak van het vlees, dat door een paar belangrijke kenmerken verschilt van het vlees van zoogdieren.

  • Vis heeft meer spierweefsel dan vlees, omdat het in tegenstelling tot dit laatste slechts voor 3 procent uitbindweefsel bestaat dat de spieren bijeenhoudt, terwijl dat bij vlees 13 procent is. Bovendien zijn de spiervezels korter dan bij vlees, zodat vis in vergelijking daarmee veel sneller gaar is en altijd zacht is.
  • Vis bevat doorgaans weinig vet en is heel licht verteerbaar, daarom hebben we na het eten van vis meestal geen onaangenaam vol gevoel.
  • Omdat vis veel minder doorbloed is dan vlees en ook weinig tot geen pigment bevat, blijft het visvlees vrijwel altijd wit.

Het in vis voorkomende vet bestaat hoofdzakelijk uit meervoudig onverzadigde omega-3-vetzuren, die in maar weinig anderen voedingsmiddelen voorkomen (vlees bevat hoofdzakelijk verzadigde vetzuren). Allerlei onderzoek heeft aangetoond dat deze meervoudige onverzadigde vetzuren een positief effect hebben op de gezondheid, doordat ze het risico op hart- en vaatziekten verminderen. Hoe hoger het vetgehalte van vis, des te meer omega-3-vetzuren.

  • Omdat meervoudig onverzadigde vetzuren sneller oxideren dan verzadigde vetzuren zijn vooral relatief vette vissoorten veel bederfelijker dan vlees.
  • Het bij het koken of bakken, uit de vis vrijkomende vocht vormt een smakelijke basis voor sauzen(wat anders is bij vlees)

Als orthomoleculair therapeut, specialisatie gezonde voeding wil ik mijn denkwezen hierover ook meegeven bij het onderwerp algemeen verse vis.

Ondanks alle voordelen van vis voor een gezond dieet, is het helaas ook zo dat sommige vis, vooral die in het wild is gevangen (en dus niet gekweekt is) besmet kan zijn met metalen. Bij onderzoek in het verleden en tot nu toe zijn verhoogde gehalten voor cadmium en lood gevonden in monsters van visconserven, die uit de gebieden o.a. rond de Middellandse Zee afkomstig zijn. Van inktvis is bijvoorbeeld bekend dat de ingewanden hoge gehalten aan cadmium kunnen bevatten. Omdat verhoogde gehalten aan zware metalen in vis bedreigend voor de gezondheid kunnen zijn, zijn in de Warenwet maximumgehalte vastgelegd voor lood, cadmium en kwik.

Hiernaast kunt u natuurlijk een orthomoleculair supplement gebruiken met de visolie afkomstig van wilde, vette vis zoals ansjovis, makreel en sardines. Deze vissoorten zijn niet bedreigd.

De visolie is gezuiverd op lage temperatuur. Zo blijven de omega-3-vetzuren intact en verliezen ze niet hun werkzaamheid. De olie wordt streng gecontroleerd op verontreinigingen zoals zware metalen, PCB’s en dioxines. Deze concentraties blijven uiteraard ver onder normen die in de Warenwet zijn vastgelegd.

Als u meer wil weten over de verschillen tussen de visolie supplementen en ook welke u zou kunnen gebruiken, kunt u een email versturen naar info@safardia.nl.

TIP: Het is ook prettig te weten welke vorm u kunt nemen, bijvoorbeeld een softgel die is voorzien van een enterische coating, waardoor deze pas opengaat in de dunnen darm in plaats van in de maag. Daarmee wordt oprispen of opboeren van de visolie voorkomen.

Iets nieuws geleerd over vis? Deel dit artikel!