De kwaliteit van de rurale bodems gaat achteruit. Wat is op de lange termijn nodig om te komen tot duurzaam bodembeheer?

Aanleiding en adviesvraag

Rurale bodems zijn belangrijk voor meerdere functies. Naast landbouw, bosbouw of natuur, zorgen ze voor de kwaliteit en opslag van water en opslag van koolstof. Ondanks internationaal beleid en richtlijnen hebben de bodems last van verzuring, vermesting, verdroging, verdichting en een verhoogde kwetsbaarheid. De internationaal afgesproken doelen voor onder andere bodem, natuur, water en klimaat worden daardoor niet gehaald. Intensief gebruik en gevaarlijke stoffen zetten de vitaliteit onder druk. Met als gevolg lagere opbrengsten en een matig tot slechte kwaliteit van de beschermde natuur. Ook de waterkwaliteit voldoet niet aan de normen en bodems houden te weinig water vast en stoten te veel broeikasgassen uit

Dit wordt verergerd door de klimaatverandering: organische stof breekt hierdoor sneller af. Dit heeft gevolgen voor het watervasthoudend vermogen, de bodemvruchtbaarheid en de opslag van koolstof uit broeikasgassen. En dat terwijl de extremere weersomstandigheden door de klimaatverandering juist vragen om een bodem die meer water en koolstof opslaat.

De raad richt zich in dit advies op de vraag wat taak van de overheid is om te komen tot een zodanige vitaliteit van Nederlandse rurale bodems dat die bodems geschikt zijn voor de daarvan direct afhankelijke functies (landbouw, bosbouw, natuur, kwaliteit en opslag van (drink)water en opslag van koolstof)?

Toelichting

In het advies constateert de raad dat het niet goed gaat met de rurale bodems in Nederland. In het advies ‘De bodem bereikt’ pleit de Raad voor de leefomgeving en infrastructuur voor een stevigere aanpak in het bodembeleid. De zorg voor vitale bodems is een verantwoordelijkheid van de samenleving als geheel, maar de overheid heeft hierin een belangrijke taak. De raad doet in het advies zes aanbevelingen.

De ruimte in Nederland is schaars. Daarom adviseert de raad het Rijk meervoudig gebruik van de bodems te stimuleren, bijvoorbeeld voor landbouw en voor koolstofopslag of voor bos en wateropslag. Uitgangspunt daarbij is dat de vitaliteit van de bodem leidend is voor de functies die erop kunnen plaatsvinden. Functies volgen bodem. Dit principe adviseert de raad om vast te leggen in de Nationale Omgevingsvisie. Uitwerking daarvan ligt naar de mening van de raad primair bij de provincies.

Omdat het huidige beleidsinstrumentarium niet zorgt dat beleidsdoelen worden gehaald, adviseert de raad dit instrumentarium aan te passen. Sturing op bodemvitaliteit is daarbij leidend. De raad denkt hierbij aan het opzetten van een monitorings- en kennissysteem waarin meer informatie wordt verzameld en gedeeld.

Daarnaast adviseert de raad bestaande wet- en regelgeving aan te passen, zodat de regelgeving stuurt op vitale bodems. De raad geeft voorbeelden voor het pacht, mest en fiscaal beleid.

Grondeigenaren en gebruikers kunnen gestimuleerd worden tot goed gedrag met op maat gesneden beloningsvormen. Dat kan bijvoorbeeld via het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid of door regiobranding. Tot slot adviseert de raad de overheid herstelwerkzaamheden in bos- en natuurgebieden te stimuleren bijvoorbeeld door te investeren in subsidies.

Met deze aanbevelingen zet de raad vitale bodems op de agenda. De concrete uitwerkingen zullen in de praktijk plaats moeten vinden. In gezamenlijkheid, met de overheid als voortrekker.

Datum van publicatie

Op 29 juni 2020 heeft de raad zijn advies ‘De bodem bereikt?!’ uitgebracht. Minister Schouten van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit nam het advies in ontvangst.

Voor meer informatie over het advies kunt u contact opnemen met Nicole van Buren, projectleider, nicole.van.buren@rli.nl tel. 06 1017 2005.

Bron: https://www.rli.nl/publicaties/2020/advies/de-bodem-bereikt