Het goede nieuws is dat deze keuzes ons ook nog gezonder maken (en dan gaat het niet alleen om het eten van minder rood vlees).

Het voedsel dat we dagelijks eten, houdt ons in leven maar kan ook allerlei gezondheidsproblemen en milieuschade met zich meebrengen, waaronder hart- en vaatziekten, CO2-uitstoot, bodemerosie en andere negatieve bijverschijnselen. Maar uit een recente studie die in het tijdschrift Nature Food is gepubliceerd, blijkt dat kleine aanpassingen van het westerse dieet enorme gevolgen kunnen hebben voor zowel onze eigen gezondheid als die van de planeet als geheel.

Omdat veel voedselproducten die niet zo goed voor onze gezondheid zijn, waaronder industrieel verwerkte vleeswaren en rood vlees, ook veel schade toebrengen aan het milieu, kan het stoppen met het eten van slechts een handvol van deze producten (vergelijkbaar met tien procent van het aantal calorieën dat we gemiddeld uit ons voedsel opnemen) de milieukosten van onze eetgewoonten met meer dan dertig procent verminderen, aldus de nieuwe studie.

‘Het goede nieuws is dat heel veel voedselproducten (zij het niet allemaal) die sowieso gezonder en voedzamer zijn, vaak ook duurzamer zijn om te produceren. Dus dat is dubbele winst,’ zegt Michael Clark, een onderzoeker op het gebied van voedselsystemen van de University of Oxford die niet bij het nieuwe onderzoek was betrokken.

De productie van voedsel – het verbouwen van gewassen, het fokken van dieren, het verpakken en transporteren van etenswaren en het bereiden (en vaak ook weggooien) ervan – zorgt voor ongeveer een vijfde van de jaarlijkse uitstoot aan broeikasgassen in de wereld. Voor een gemiddeld Amerikaans huishouden is de uitstoot als gevolg van de productie van gekochte en gegeten etenswaren ongeveer even groot als de uitstoot als gevolg van het elektriciteitsverbruik. De productie van voedsel gaat gepaard met veel water- en milieuproblemen, omdat ze vaak berust op het gebruik van landbouwbestrijdingsmiddelen die de biodiversiteit schaden en leidt tot de afbraak van bossen en wildernis ten behoeve van akker- en weideland.

‘De invloed van de voedselproductie op het milieu is aanzienlijk,’ zegt Olivier Jolliet, milieuwetenschapper aan de University of Michigan en een van de auteurs van de nieuwe studie. ‘Het is echt ‘Houston, we have a problem’ en we zullen het serieus moeten nemen. Tot dusver neemt de VS het niet serieus.’

Lees ook: Menu van de toekomst: insecten, zeewier en bloederige vegaburgers

Hij benadrukt dat het niet de verantwoordelijkheid van één enkel individu is om iets aan een landelijke of wereldwijde gezondheids- en milieucrisis te doen. Maar inzichten zoals de bevindingen van het onderzoek dat hij en zijn team hebben verricht, kunnen mensen, organisaties en zelfs overheden helpen om te bepalen waar ze zich het best op kunnen richten en welke maatregelen op korte termijn de meeste invloed hebben.

Twee vliegen in één klap

Om inzicht te krijgen in de negatieve gevolgen van de voedselproductie en -consumptie op de planeet en op ons lichaam, keken de onderzoekers het eerst naar de milieuschade die erdoor wordt veroorzaakt. Maar het is erg lastig om uit te zoeken waar een appel precies vandaan komt, laat staan om vast te stellen welke gevolgen de teelt ervan voor het milieu heeft gehad, want het wereldwijde voedselsysteem is de afgelopen decennia zeer complex geworden. Zo hebben onderzoekers van het Stockholm Environmental Institute (SEI) jaren nodig gehad om de leverantieketens van gewassen als cacao en koffie te ontrafelen, ook als die producten uit één enkel land komen.

In de afgelopen decennia hebben wetenschappers als Jolliet methoden ontwikkeld om de hele levenscyclus van een bepaald voedselproduct te analyseren. Daarbij kijken ze naar de vele etappes die bijvoorbeeld een witte kool of een doos cornflakes van boerderij naar supermarkt aflegt en kunnen ze de invloed op het milieu van elk van deze stadia kwantificeren. En daarmee kunnen ze ook de hoeveelheid broeikasgassen of water inschatten die voor de productie van deze producten nodig is geweest.

Tegelijkertijd deden epidemiologen en volksgezondheidsexperts een soortgelijk gedetailleerd onderzoek naar de invloed van voedselproducten op het menselijk lichaam. Daarbij keken ze naar allerlei verbanden tussen voedsel en gezondheid, en zochten ze uit welke diëten en zelfs welke specifieke etenswaren bepaalde gezondheidsrisico’s met zich meebrachten of de levensverwachting negatief beïnvloedden. Ook in dit onderzoek konden harde cijfers aan deze risico’s worden toegekend.

Jarenlang beschouwden onderzoekers en overheden beide problemen als aparte terreinen: de volksgezondheidsexperts richtten zich op hun eigen prioriteiten en de milieudeskundigen keken naar hun specifieke problematiek. (Hoewel er in de jaren zeventig al wetenschappers waren die de gezondheid van onze eetgewoonten in verband brachten met de gezondheid van de aarde). Volgens Sarah Reinhardt, expert op het gebied van voedselsystemen van de Union of Concerned Scientists, is het in de loop der tijd steeds duidelijker geworden dat onze eetgewoonten in nauw verband staan met de gezondheid van de planeet.

Lees ook: Zo maak je je dagelijkse routine groener

Zo heeft de wereldwijde vraag naar rundvlees geleid tot een sterke stijging van de productie van soja-eiwit als veevoer en worden er door die toegenomen vraag naar soja elk jaar enorme stukken van het Amazonegebied ontbost om ruimte te creëren voor nieuwe sojaplantages en rundveeboerderijen, waardoor veel CO2-absorberende bosgebied en de bijbehorende biodiversiteit verloren gaan.

‘De landbouw vormt een zeer belangrijk onderdeel van de klimaatpuzzel, en er bestaat een direct verband tussen landbouw, voedselproductie en eetgewoonten,’ aldus Reinhardt.

Dus hebben Jolliet en zijn collega’s een systeem gecreëerd waarin tegelijkertijd naar beide problemen wordt gekeken: de volksgezondheid en de milieugevolgen van bepaalde voedselproducten.

Eerder al hadden ze samen met andere onderzoekers gewerkt aan een enorme database waarin de gezondheidsrisico’s van bepaalde diëten waren gekwantificeerd, bijvoorbeeld het eten van te veel industrieel verwerkte vleeswaren of te weinig volkoren granen; het team van de University of Michigan heeft vervolgens geprobeerd deze dieetrisico’s uit te drukken in DALY’s (‘disability-adjusted life years’, oftewel ‘levensjaren gecorrigeerd naar gezondheidsbeperkingen’), waarmee wordt ingeschat in hoeverre iemands levensverwachting wordt beïnvloed door keuzes op het gebied van zijn of haar gezondheid. Het team wist harde cijfers te verbinden aan de gevolgen van de keuze om al dan niet bepaalde etenswaren te consumeren. Daarbij keken ze niet alleen naar de invloed van voedselcategorieën (zoals groenten) op DALY’s, maar naar de voor- of nadelen van specifieke etenswaren binnen iemands gebruikelijke dieet. Zo wordt het consumeren van veel rood vlees in verband gebracht met diabetes en hart- en vaatziekten, terwijl het eten van veel groenten het risico op hartaandoeningen juist verlaagt. De onderzoekers wijzen er wel op dat hun analyses voor hele bevolkingsgroepen gelden en niet zozeer voor individuele gevallen, want ieder persoon heeft zijn eigen unieke combinatie van gezondheidsrisico’s die van invloed is op veranderingen in zijn of haar eetgewoonten.

Om deze invloed nog gedetailleerder te kunnen uitwerken, keken de leden van het Michigan-team naar de voedingswaarde van bijna zesduizend aparte etenswaren – van hotdogs tot kipvleugeltjes en van een boterham met pindakaas en jam tot rode bietjes. Ze schatten dat een hotdog iemand zo’n 35 minuten aan levensverwachting zou kosten en dat het eten van de meeste soorten fruit iemand een paar extra minuten zou opleveren; sardientjes in tomatensaus zouden iemand 82 minuten extra levensverwachting schenken. In deze berekeningen valt de ‘opbrengst’ van appeltaart neutraal uit, want de winst die wordt geboekt door het eten van de appels wordt weer teniet gedaan door de consumptie van boter, bloem en suiker.

Lees ook: Verandering van dieet kan onze spraak hebben beïnvloed

Uit deze analyses kwam niets naar voren dat niet al min of meer bekend was. Epidemiologen weten al geruime tijd dat industrieel verwerkte vleeswaren, rood vlees en industriële bakproducten met veel suiker in verband staan met een hoger risico op een groot aantal aandoeningen. Maar door de potentiële uitwerking van al deze verschillende producten apart te berekenen, konden ze een soort ranglijst opstellen en in alle detail onderzoeken hoe bepaalde eetgewoonten de consument zouden beïnvloeden.

Parallel aan dit onderzoek analyseerde het team ook de milieukosten van de bijna zesduizend etenswaren. Daarbij keken ze niet alleen naar de CO2-uitstoot, maar naar vijftien verschillende manieren waarop deze voedselproducten het milieu konden belasten, van de gevolgen voor de regionale waterhuishouding en de zeldzame mineralen die nodig zijn om de producten te verbouwen, te fokken en te verpakken tot de plaatselijke luchtvervuiling die door de productie ervan wordt veroorzaakt.

Toen de onderzoekers al deze problemen in samenhang analyseerden, zagen ze een bemoedigend patroon opduiken: veel voedselproducten die goed waren voor de gezondheid, waren ook relatief goed voor het milieu. Het was niet verrassend dat peulvruchten, groenten (maar geen kasgroenten) en sommige duurzaam gekweekte vissoorten en schelpdieren, zoals meervallen, in de ‘groene’ categorie vielen. Bij etenswaren in de ‘oranje’ categorie, zoals melk en yoghurt, etenswaren op basis van eieren, en groenten die in kassen worden verbouwd, waren de voor- en nadelen op het gebied van gezondheid en milieu in balans. De productie en consumptie van etenswaren in de ‘rode’ categorie, waaronder rundvlees, industrieel verwerkte vleeswaren, varkensvlees en lamsvlees, leidden allemaal tot een hoge belasting van de gezondheid en het milieu. Zo berekenden de onderzoekers dat een stoofschotel met rundvlees gepaard gaat met een CO2-voetafdruk die gelijkstaat aan de uitstoot tijdens een autorit van zo’n 22,5 kilometer.

Lees ook: Waarom deze zeldzame kreeft eruitziet als een blauwe suikerspin

Dat patroon gold voor de meeste gezondheids- en milieufactoren, behalve voor het watergebruik. Etenswaren als noten en vruchten hebben duidelijke gezondheidsvoordelen maar worden vaak op plekken verbouwd waar weinig water voorhanden is, zoals Californië. ‘Als het gaat om de etenswaren die we nu eten en de etenswaren die we zouden ‘moeten’ eten, zoals noten en vruchten, dan heb je het over enorme gevolgen voor het watergebruik,’ zegt Reinhardt. ‘Dat betekent natuurlijk niet dat we niet meer noten en vruchten zouden moeten eten, alleen maar dat het een probleem is dat we moeten oplossen.’

We moeten eten, dus wat kunnen we doen?

Voor sommige klimaatproblemen bestaan er relatief simpele oplossingen. Zo kunnen veel van de energiebronnen die we gebruiken voor gebouwen, auto’s en andere zaken grotendeels door hernieuwbare bronnen worden vervangen.

Voor voedselproducten bestaat geen vervanging, maar we kunnen wel aanpassingen in onze eetgewoonten aanbrengen. Als iedereen op aarde veganistisch zou zijn, zou de uitstoot van broeikasgassen uit het voedselsysteem ruim de helft kleiner zijn; een planeet met alleen vegetariërs zou de uitstoot uit het voedselsysteem met 44 procent verlagen. En volgens een recent artikel waarin een uniek gedachtenexperiment werd geanalyseerd, zouden we een volle graad Celsius aan toekomstige klimaatopwarming kunnen voorkomen als de wereldbevolking zou stoppen met het eten van voedingswaren zoals we die kennen en zich in plaats daarvan zou voeden met een voedzame brei waarvan de ingrediënten niet op geïrrigeerd akkerland worden verbouwd maar in laboratoria worden gekweekt.

‘Wat de nieuwe studie laat zien, is dat we onze eetgewoonten helemaal niet drastisch hoeven aan te passen om behoorlijk grote veranderingen te kunnen bewerkstelligen,’ zegt Clark. ‘Ik denk dat dat heel interessant is, aangezien veel mensen om allerlei redenen geen grote veranderingen in hun dieet willen aanbrengen.’

Hoewel vegetarische en veganistische diëten in de VS en Europa steeds populairder worden, ‘is het absoluut absurd om aan te nemen dat over dertig jaar iedereen vegetarisch zal zijn,’ zegt hij.

Eetgewoonten zijn zeer persoonlijk en diep geworteld in cultuur, religie, emoties, economische omstandigheden en nog veel meer. ‘In plaats van nieuwe eetgewoonten af te dwingen zou het veel beter zijn om de keuzemogelijkheden te vergroten,’ zegt Naglaa El-Abbadi, onderzoekster op het gebied van voedingswaren, voeding en milieu aan de Tufts University in Massachusetts. Bij deze benadering krijgen mensen meer informatie over de voedselproducten die ze kopen, zodat ze keuzes kunnen maken die beter aansluiten op hun behoeften en waarden. En bij elkaar opgeteld kunnen die keuzes zowel de menselijke gezondheid als die van de planeet ten goede komen.

Maar om dat te bereiken zouden volgens haar ook grootschalige maatregelen genomen moeten worden om de industriële voedselproductie aan te passen.

Wat mensen elke dag besluiten te eten, is heel erg belangrijk, zegt Clark. ‘We hoeven niet van de ene dag op de andere veganistisch te worden,’ zegt hij. ‘Ook kleine aanpassingen kunnen heel veel uitmaken.’

Bron: https://www.nationalgeographic.nl/hoe-kleine-aanpassingen-van-onze-eetgewoonten-de-planeet-helpen